Avondvullende films

Hitchcock_2


Avondvullende films

Begin dit jaar kocht ik, vrij impulsief, bij de Groothandel een dikke dvd-box, gevuld met een stuk of acht films van de beroemde filmmaker Alfred Hitchcock. Ooit zag ik als puber op televisie de film The Birds (naar een verhaal van Daphne Du Maurier) en die film maakte toen dusdanig veel indruk dat ik daarna nooit meer op dezelfde manier naar vogels heb kunnen kijken. Heel schijterig, maar kraaien en meeuwen, ze moeten liever niet te dichtbij komen. En dat doen ze natuurlijk juist wél. In tochtige stationshallen en op perrons scheren niet alleen vliegende grijze ratten maar ook kraaien dikwijls griezelig laag over mijn schouder om vervolgens vlak voor mijn voeten neer te strijken. Daar blijven de pestkoppen zo lang mogelijk zitten, mij zijdelings met hun kraaloogjes in de gaten houdend. Pas op het allerlaatste moment vliegen ze op waarbij ze dan dat nare, krassende geluid uitstoten dat mij aan The Birds herinnert: ká! ká! Waarschijnlijk 'controleren' ze me alleen maar, net als honden dat bij hun baas doen en die baas denkt op zijn beurt dat dat liefde is, maar erg dol ben ik niet op ze. (Wat ik wel weer grappig vind zijn die kleine vogeltjes die op zomerse dagen langs dijken laag over de grond vliegen en een vrolijk spelletje krijgertje met mij, fietser, lijken te spelen.)

Ik kocht die doos omdat ik benieuwd was of ik me nu, zo'n dertig jaar later, opnieuw zou laten bedotten en in welke mate, en of ik me überhaupt nog iets van de film herinnerde. (Eén scène, die waarin de hoofdrolspeelster Nathalie Kay “Tippi” Hedren door krijsende meeuwen wordt belaagd, staat in mijn geheugen gegrift. Ze vlucht een telefooncel binnen waar ze zich eventjes veilig waant maar de vogels blijven haar aanvallen en pikken met hun harde snavels tegen het glas waardoor zich een barst in het glazen hokje vormt!), en ook omdat de dvd-box helemaal niet duur was. Mochten die andere films tegenvallen, zo redeneerde ik, dan had ik in ieder geval The Birds weer eens gezien.

Inmiddels kijk ik al maanden elk weekend naar één of twee Hitchcock films (ik heb nog twee verzamelboxen uit de bakken bij de Groothandel gegraaid) want The Birds heeft weer indruk op me weten te maken, zij het op een andere manier als toen ik hem voor het eerst zag op een doordeweekse avond (misschien na Toppop (yeh!)) samen met mijn moeder die al breiend met een half oog gezellig meekeek. Nee, ik word niet echt overvallen door nostalgische gevoelens naar voorgoed voorbije tijden maar dat ik (en al mijn vriendinnen) deze film ooit eng heb gevonden, daar schaam ik me wel een beetje voor. (Hoewel dat beeld van het speelrek bij die school waarop tientallen zwarte kraaien rustig zitten te wachten tot de kindertjes naar buiten komen nog steeds tot de verbeelding spreekt.)

Ik word bij het opnieuw kijken, getroffen en afgeleid door andere zaken. Allereerst door de werkelijk onvoorstelbare kleurenpracht die Hitchcock je voorschotelt, zowel van de natuur als van de stad. Natuurlijk, dat mag grotendeels op het conto van Technicolor worden geschreven, een duur filmprocedé dat met name in de periode 1922-1952 werd toegepast en waar Hitchcock veelvuldig gebruik van maakte - ook in de film The Birds die van 1963 is - maar dit heb ik nog niet bewust eerder gezien, nou ja, zo'n dertig jaar geleden dus, maar daar herinner ik me nagenoeg niets van.

Het tempo van de film is helemaal niet meer van deze tijd, dat ziet een kind, maar mij kan het voor een keer wel bekoren want terwijl Geliefde de kamer uitloopt omdat hij het tergend trage tempo niet langer kan verdragen, blijf ik gefascineerd naar de beelden uit die oude, mij grotendeels onbekende tijd, staren. (Zoals ik me onlangs ook heerlijk heb laten onderdompelen in Bill Brysons jongste boek The life and times of the Thunderbolt Kid dat de lezer meeneemt naar ongeveer diezelfde tijd.) Zo zien we Nathalie Kay Hedren in een motorbootje een meer oversteken en dat krijg je, je gelooft het niet, vrijwel real time te zien terwijl er dus niets gebeurt, of pas helemaal aan het einde van de rit. Of je krijgt, in een van Hitchcocks andere films, een halve concertregistratie (klassieke muziek) gratis erbij. Dit zijn wat je noemt avondvullende films.

Het valt me op dat de vrouwelijke acteurs zulke verrassend sterke rollen hebben. Het zijn stuk voor stuk geëmancipeerde en mondige vrouwen, heel anders dan de babes van tegenwoordig in (Amerikaanse) films/series. Die lijken heel wat maar hebben toch altijd een mannelijke superacteur nodig om gered, gelukkig, etc. te worden. Wie had dat gedacht want we spreken hier over de jaren vijftig en zestig?! Toegegeven, er zitten een paar psycho's en andere criminelen tussen maar, lichtelijk gestoord of niet, deze vrouwen hebben allemaal pit, het zijn met hun hoge haken, hun keurige mantelpakjes en leeftijdloze kapsels verre van kwezeltjes. Ze hebben eerder dan hun mannelijke tegenspelers door wat er aan de hand is en nemen direct het voortouw als er actie ondernomen moet worden.

Nee, eng zijn Hitchcocks films niet (meer), ook niet voor mensen die, zoals ik, geen natuurkunde hebben gestudeerd en die dus soms niet weten dat wat de filmmaker suggereert (vogels die telefooncelruiten met hun snavels weten te doorboren) helemaal niet mogelijk is, maar wie zin heeft in iets anders, in een ander tijdsbeeld, die kan zich door Hitchcocks films waarin veel te lachen valt, lekker lui laten verwennen en verwonderen, want vermakelijk zijn zijn films zeker.

Annelies van der Veer

Reacties Avondvullende films

Geen opmerkingen:

Een reactie posten