ChristenUnie pendelt tussen harde taal en soft gepruttel

We hebben inmiddels een nationale vliegramp gehad bovenop de zijsprong van CDA-spindokter en staatssecretaris Jack de Vries. Daardoor zijn we alweer bijna vergeten dat het afgelopen zaterdag prijsschieten was op de ChristenUnie. Doelwit was het Kamerlid Cynthia Ortega.

Zij presenteerde een ‘visie op burgerschapsvorming’ onder de omineuze naam ‘Samen Leven‘, een van de motto’s van het mislukte vierde kabinet-Balkenende. De buitenwacht stortte zich gretig op één element uit de nota. Ortega wil af van het nare woord ‘allochtoon’, dat ze wil vervangen door ‘biculturele burger’. “Dat woord heeft een verzachtende werking en kan daarom beter worden gebruikt.”

Laat het woord ‘allochtoon’ nou juist zijn ingevoerd door politici en beleidsmakers, omdat het een verzachtende werking had vergeleken met negatief klinkende termen als ‘buitenlander’ en ‘gastarbeider’. Als we ‘allochtoon’ nu maar ‘biculturele burger’ noemen, zullen de problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Echt nieuw en origineel is het woord ‘bicultureel’ trouwens niet. Het PvdA-Kamerlid John Leerdam noemt zich al vele jaren zo. In een toespraak voor studenten in november 2006 begroef hij het woord ‘allochtoon’ en ruilde het in voor ‘bicultureel’. Website GeenStijl gebruikte de term een maand eerder, toen allochtone jongeren tijdens het Suikerfeest een Rotterdamse bioscoop op stelten zetten. Trouw bracht al in 1996 een diep menselijke reportage over de Multiculturele Adviespraktijk Synthese (MAPS). Volgens de leidster hiervan had onze samenleving te weinig oog voor de specifieke talenten van biculturele kinderen. Met dat bicultureel was het dus nooit wat en zal het ook nooit wat worden.

Volgens Ortega moeten we ook af van het woord integratie. Daarvoor in de plaats krijgen we de term ‘burgerschapsvorming’. “Burger zijn van deze samenleving. Dat staat dichter bij de mensen en het klinkt veel vriendelijker dan integreren.” Alweer: de zaak oplossen door het beestje anders te noemen.

Zo bevestigde de ChristenUnie weer eens haar nieuwe imago van een softe linksige partij. In de samenleving moet plaats zijn voor ‘absorptie van nieuwe gewoonten en gebruiken’ en waardering voor de positieve kanten van een diverse samenleving. Kortom: couscous, baklava, roti, bami, pizza en andere lekkere hapjes waar geen mens bezwaar tegen heeft.

De mediafocus op de biculturele burger heeft tot gevolg dat enkele zeer zinnige passages in Ortega’s visie vrijwel over het hoofd zijn gezien. Zo vindt de ChristenUnie beheersing en regulering van de immigratie noodzakelijk voor een succesvol beleid. Verder vindt de partij dat er grenzen zijn aan de religieuze vrijheid. Religie en levensbeschouwing mogen geen vrijbrief zijn voor dwang. Ook waarschuwt Ortega tegen import van onvrijheid door financiële relaties met onvrije landen als Saoedi-Arabië. Alleen de Telegraaf signaleerde dit element uit de nota op door te melden dat het Kamerlid af wil van ‘onfrisse subsidies’ uit de Golfregio, bestemd voor de bouw van moskeeën. Het woord ‘onfris’ komt overigens niet voor in haar notitie.

Ook wat betreft de integratie zelf is het niet alles softheid. Ortega legt de nadruk op de zelfredzaamheid van de immigranten. Ook heeft ze weinig op met ‘biculturele burgers’ die ons land niet zien zitten. Overtredingen van de wet vindt ze ook strafwaardig als ze religieus zijn gemotiveerd. Wie banden aangaat met groepen die ons land vijandig zijn gezind of met terroristische organisaties, moet het land uit.

Weinig aandacht heeft ook een opiniestuk gekregen van Gert Jan Segers, hoofd van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie (NRC Handelsblad, 8 mei 2010). Segers heeft zeven jaar in Egypte doorgebracht en staat aanmerkelijk kritischer tegen de islam, dan de feelgood-gristenen uit de CU-achterban.

De islam heeft grote problemen met pluraliteit en met godsdienstvrijheid, betoogt Segers. Hij wijst op de vele conflicthaarden aan de randen van de islamitische wereld. In de meeste moslimlanden is bovendien nauwelijks godsdienstvrijheid. Afvallige moslims lopen grote risico’s, zelfs als ze in het westen wonen.

Segers: “Als moslims deel willen uitmaken van de westerse wereld, als de islamitische wereld in vrede wil leven met de eigen niet-islamitische minderheden en het Westen, dan is vrijheid van godsdienst een cruciaal thema. Het is problematisch als de moslims in het Westen hun recht op de vrijheid van godsdienst willen laten gelden, terwijl niet-moslims in de islamitische wereld die vrijheid niet hebben. Het is merkwaardig dat Nederlandse moslims de vrijheid hebben om anderen uit te nodigen om moslim te worden, terwijl afvalligen als Afshin Ellian en Ayaan Hirsi Ali beveiligd moeten worden en minder bekende afvalligen zomaar op straat aangevallen kunnen worden. En het is onbestaanbaar dat de Organisatie van Islamitische Landen (OIC) klaagt over ‘islamophobia’ elders in de wereld terwijl de afzonderlijke lidstaten in eigen land de eigen niet-islamitische minderheden de meest elementaire vrijheden onthouden. Het is de uitdaging voor moslims om hun geloof te verzoenen met een multireligieuze wereld en om tolerantie in islam te funderen.”

Segers hoopt dat er ruimte komt voor een serieus islamdebat nu de PVV op de terugtocht lijkt. Het debat werd te lang gegijzeld door Wilders, meent het hoofd van de ChristenUnie-denktank. Die redenering is te simplistisch, vind ik. Niet Wilders gijzelt het debat, maar de andere partijen laten zich gijzelen. Niets verhindert politici immers om de islam kritisch te benaderen op een eigen wijze, die duidelijk laat zien waar het verschil is met de PVV.

Bovendien bestaan de door Segers gesignaleerde problemen al veel langer dan 2006, toen Wilders negen Kamerzetels veroverde. Na de Fortuyn-revolutie hadden alle partijen de kans om onbevangen het debat over islam, immigratie en integratie te voeren. Ze lieten het na. Ook de ChristenUnie van Segers en Ortega was onzichtbaar, of hooguit zichtbaar door het halfzachte gepruttel, dat ons de biculturele burger heeft opgeleverd.

De politiek wordt niet gegijzeld door Wilders. Voor die tijd zaten de partijen niet in de houdgreep van Pim Fortuyn. Ze lieten zich gijzelen door een luidruchtig front van antiracisten en multiculturalisten, dat elke vorm van kritiek op de islam beschouwt als racisme, islamofobie of rechts-extremisme. Uit angst voor de intimidatie uit deze hoek hebben politieke partijen jaren lang verzuimd om een serieus debat aan te gaan, ook in tijden dat er geen populistisch gevaar op de loer lag.

Carel Brendel

1 opmerking:

  1. DIt is een heel goed stukje. Prima opbouw en inhoud. Ik had het biculturele burgerschap ook al eerder gelezen en moest er toen erg om lachen. Want je bent immers pas bi-cultureel als je vanuit een andere cultuur in nederland bent ingeburgerd toch? Niet alleen omdat je over de grens komt. Want dan zou de horde vakantiegangers die de koffers voor de komende zomer weer uit het vel halen, ook bicultureel zijn zodra ze hun voet in den vreemde zetten. Kortom, een wanterm die de lading niet dekt.

    Maar ik hoop dat de CU het punt van ongelijke behandeling van godsdienst in het westen en de orient diep in hun partijprogramma verankert.

    BeantwoordenVerwijderen