De baard van de profeet beledigd

"Ontmoetingen in het Land van de Zuivere Islam: scherpzinnig en humoristisch, lichtvoetig en diep-verontrustend. De grote opvolger van 'Achter Mekka'.

Drie jaar lang verbleef Betsy Udink in Pakistan, het Land der Zuiveren. Volgens de moellahs daar is de islam de enige godsdienst ter wereld die vrouwen rechten heeft gegeven. Betsy Udink ging op onderzoek uit, en liep op tegen honderden eremoorden en seksueel misbruik van jongens. Ze bezocht in Peshawar een bijeenkomst van gesluierde fundamentalistische vrouwen, waar de ideale moslimvrouw werd bezongen. Ze vierde de Verjaardag van de Profeet Mohammed in gezelschap van bebaarde imams en de vitale rooms-katholieke bisschop van Lahore. Ze bracht een dag door in een Pakistaanse gevangenis tussen meisjes die door hun familie waren aangeklaagd wegens overspel. In feite waren ze alleen maar verliefd geworden en wilden ze trouwen met de man van hun eigen keuze"

Niet alleen christenen zijn slachtoffer van de blasfemiewetten, ook moslims lijden eronder, de ahmadi's bijvoorbeeld. De ahmadi's beschouwen zichzelf als moslims, maar geloven, anders dan de meerderheid, dat Mohammed niet de laatste profeet was. Het alleen al zeggen dat ze moslims zijn, hun gebedsplaats een moskee of de Koran hun heilig boek noemen, maakt hen vogelvrij. In de grondwet staat dat ahmadi's geen moslims zijn. Niet-moslims die zich toch moslim noemen worden vervolgd door de staat of vermoord door jihadi's. Onlangs kwam een van de fundi-leiders met het bewijs dat ahmadi's geen moslims kunnen zijn. De oprichter van de sekte had indertijd beweerd dat hij met engelen had gesproken. En in welke taal hadden zij gesproken? In het Engels, had hij gezegd. Volgens een fundi het ultieme bewijs van bedrog: iedereen weet dat Allah en zijn engelen alleen in het Arabisch spreken.

Het meest huiveringwekkende tussen al die navrante blasfemiezaken is het geval van dr. Younnas Sheich, een moslim uit de middenklasse. Dr. Sheich is arts en docent aan de Academie voor Homeopathie in Rawalpindi. Hij werd in de zomer van 2001 als godslasteraar ter dood veroordeeld om zoiets krankzinnigs, zo in strijd met de logica en met historische bewijzen, dat je er eigenlijk om zou moeten lachen ware het niet dat de Pakistaanse staat hem het leven wil ontnemen. Dr. Sheich zou tijdens een college de volgende beledigingen geuit hebben: de profeet Mohammed was voor zijn veertigste geen moslim (pas daarna kreeg hij de openbaringen), de Profeet was voor zijn veertigste niet besneden, en de ouders van de Profeet werden begraven als niet-moslims: zij stierven voordat Mohammed zijn openbaringen had gekregen. Een club fanatici, die van een student had gehoord wat dr. Younnas Sheich had gezegd, vond dat hij de goede naam van de Profeet bezoedeld had. Mij lijkt het een waarheid als een koe, wat dr. Sheich gezegd heeft: Mohammed kan geen moslim geweest zijn toen de islam nog niet bestond; de islam zag pas het licht nadat Mohammed in trance, of in een andere geëxalteerde geestestoestand, de aartsengel had ontmoet die hem, uiteraard in het Arabisch, de Koran voorzegde. Dr. Sheich had ook nog beweerd dat Mohammed voor hij moslim werd, zijn lichaamsharen niet verwijderde. Is er ooit een dwazere reden geweest voor een staat om een onderdaan van het leven te gaan beroven dan de bewering dat een man vijftienhonderd jaar geleden op een bepaalde leeftijd zijn schaamharen niet epileerde?

Het CLAAS van bisschop Andrew publiceert ieder jaar een lijst van blasfemiegevallen. Een greep uit de lijst: ernstig geestelijk gestoorde mannen en vrouwen zitten in overvolle cellen omdat ze denken dat ze God zijn of de profeet Mohammed. Er zijn er ook die denken dat ze Jezus zijn, maar dat is niet strafbaar; een man is wegens blasfemie gearresteerd omdat hij op een kalender ging zitten waarop teksten uit de Koran bleken te staan; een schoonmaker van een school is opgepakt omdat tussen papieren die op de grond lagen en die hij verscheurd had, ook papieren zaten waarop verzen uit de Koran waren geschreven. Beschuldigingen van blasfemie worden ook gebruikt als middel om politieke tegenstanders uit te schakelen. Je kunt gewoon niet meer het woord Koran of de naam van de Profeet in de mond nemen, of je bent er geweest. Ruksana Bunyad, gemeenteraadslid in Mianwali en een bekende mensenrechtenactivist in haar streek, op de grens van de Punjab en de North West Frontier Province, had tijdens een workshop over democratie in Pakistan gezegd: 'Wil de democratie in ons land ooit wortel schieten, dan zullen we net zoveel respect moeten hebben voor de grondwet als we voor de Heilige Schrift hebben.' Daarmee had ze de poppen aan het dansen. Uit de zaal klonken protesten van de in dat gebied machtige, fundamentalistische partij de Jama'at Ulema i Pakistan (JUP): Ruksana had nooit mogen zeggen dat een door mensen gemaakt wetboek op hetzelfde niveau staat, even achtenswaardig is, als het boek van Allah. Geschrokken verklaarde Ruksana dat zij moslimse is en gelooft in de finaliteit van het profeetschap van Mohammed en in de Heilige Koran als het gewijde boek van de islam. Ze had niemand willen kwetsen en als dat toch gebeurd was, dan bood ze haar oprecht gemeende excuses aan. In plaats van vergiffenis te schenken diende een groep fundi's een aanklacht tegen haar in. De enige concessie die haar gedaan is, is dat zij als vrouw niet haar rechtszaak in de gevangenis hoeft af te wachten; ze mag thuis blijven. Het betekent wel dat zij haar huis niet uit kan: de plaatsvervangend burgemeester van de stad riep een persconferentie bijeen en vertelde dat hij een brigade heeft opgericht die elke godslasteraar die op straat wordt gezien (dus ook Ruksana) zal vermoorden. De woede tegen Ruksana heeft ongetwijfeld te maken met het onderzoek dat zij had geïnitieerd tegen deze man. De loco-burgemeester had samen met aannemers tegen de zin van de bewoners een nieuwe weg door een wijk van Mianwali laten aanleggen. Daarvoor werden woningen, winkeltjes en werkplaatsen ontruimd en met de grond gelijkgemaakt. De bewoners en eigenaars kregen geen compensatie en moesten maar zien hoe ze aan onderdak kwamen. Ruksana had met haar initiatief wel de burgemeester aan haar zijde. Hoe die tegenover de blasfemieaanklacht staat is niet bekend. In alle nachtmerrieachtige blasfemiegevallen zijn de moslimverdachten er nog een graadje erger aan toe dan de christelijke. In de ogen van fundi's is er op deze wereld nog wel een plaatsje voor christenen - dat staat zo in de Koran: zij zijn mensen die alleen nog niet het licht van de islam hebben gezien - maar godlasterende en afvallige moslims kunnen niet getolereerd worden. Dat heeft, zeggen zij, de Profeet zo gezegd. En verder kunnen christenen dankzij hun CLAAS gebruik maken van advocaten, christelijke advocaten, gespecialiseerd in de blasfemiewetten. Moslims kunnen zich in dezelfde soort zaken niet door specialisten laten bijstaan.

Niet lang na mijn ontmoeting met bisschop Andrew in Lahore en in Ultan stuurde hij mij een e-mail over de zaak van Ishad Bibi, een moslimse uit een plaatsje in het noorden van de Punjab. Zij was in een winkel in een woordenwisseling geraakt met een maulana, een islamitische geestelijke. Die liep meteen door naar de politie en liet proces-verbaal opmaken: Ishad Bibi had tijdens de strubbelingen in de winkel zijn baard beledigd! Aangezien hij die baard precies geknipt had naar de voorschriften van Mohammed was dit hetzelfde als het belasteren van de baard van de Profeet. Tijdens de rechtszaak werd Ishad Bibi bijgestaan door drie christelijke advocaten van de organisatie van bisschop Andrew. De maulana was in het gezelschap van een groep collega-fundi's naar het gerechtsgebouw gekomen. Zij riepen om een tweede veroordeling wegens blasfemie. Niet alleen had Irshad Bibi de baard van de Profeet beledigd, maar nu had ze ook nog de hele islamitische wereld vernederd door zich als moslimse te laten verdedigen door christelijke advocaten. Met zaken tussen moslims onderling behoorden christenen zich niet in te laten. De christenen die weten dat ze in Pakistan nooit iets op de spits moeten drijven, kozen eieren voor hun geld en verlieten de rechtszaal. Voor hun vertrek adviseerden ze Irshad Bibi haar excuses aan de geestelijke aan te bieden en een financiële schikking te treffen. Dat deed ze, en de aanklacht tegen haar werd ingetrokken.

Er zijn in heel Pakistan maar twee moslimjuristen die islamitische slachtoffers van de blasfemiewetten durven te verdedigen, twee vrouwen, zusters: Asma Jehangir en Hina Jilani. Beiden zitten sinds jaar en dag in het bestuur van de Human Rights Commission of Pakistan. Asma Jehangir is ook in Nederland bekend, zij kreeg enkele jaren geleden de Geuzenpenning. De zusters hebben de verdediging van Ruksana op zich genomen. Wat het ook wordt, schuldig aan blasfemie of onschuldig, Ruksana kan haar politieke carrière vergeten en ook haar sociale werk kan ze niet meer doen: altijd zullen zeloten op de loer liggen om haar een mes in het hart te steken. PS Dr. Younnas Sheich is inmiddels in hoger beroep vrijgesproken. De rechter vond dat de aanklacht niet bewezen kon worden.

( deel 1 en deel 2)

Betsy Udink: Allah & Eva, uitgeverij Augustus,

Bestellen?

2 opmerkingen:

  1. Altijd weer schokkend als je dit soort dingen leest en het idee dat de islamitische wereld weinig aan Pakistan geeft en nu de westerse landen weer op mogen draven om dat weerzinwekkende land te steunen na die overstromingen, is onaangenaam. Het bleek ook dat islamitische hulporganisaties in Pakistan alleen moslims helpen en mensen van kleine religieuze minderheden niet. Bezint eer men weer de portemonnee trekt, want Pakistan heeft een dure atoombom plus duur militair materieel, dus daar was en is dus altijd wel geld voor.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er is nog weerzinwekkender informatie inzake Pakistan.
    - http://criticalppp.com/archives/21298
    - http://tiny.cc/6lhvb

    Der Respekt vor der Kultur gehe soweit, dass Frauen nicht behandelt würden, wenn der Ehemann das ablehne.

    BeantwoordenVerwijderen