Op het kruispunt van Europa en Azië

Ook deze zomer is het me niet gelukt Odessa (waar PSV afgelopen week van Chornomorets Odessa met 2-0 won) aan te doen, laat staan een rondje Zwarte Zee te maken. Ooit zag ik een documentaire van een reis rondom de Zwarte Zee, vanaf de poort van dit water in Turkije naar Bulgarije, Roemenië, Oekraïne, Rusland, Abchazië, en Georgië om daarna weer in Turkije te eindigen. Sindsdien heb ik me voorgenomen een keer deze route van achtduizend kilometer te volgen. Ze herbergt een amalgaam van culturen en vormt het gebied bij uitstek voor wie de jongste geschiedenis van Europa wil begrijpen. De komende winter is het aan de Zwarte Zee gelegen subtropische Sotsji het centrum van de Olympische Winterspelen. In een tunnel onder het asfalt vindt al enige tijd een levendige handel plaats. Bekers en t-shirts met de beeltenis van Poetin in skitenue en buttons waarop deze moderne vorst de Olympische ringen als een soort kroon draagt. En onderbroeken met afbeeldingen van eurobiljetten. Poetin aan de borst, honderd euro aan de kont, dat moet lekker zitten. Of juist niet. De verkopers verheugen zich niet op de Winterspelen. Ze zijn bang dat de politie de tunnel gaat schoonvegen. Niet alleen demonstrerende homo’s en kritische journalisten (bijvoorbeeld die van het Sotsji-project) zullen geweerd worden, ook straathandel is uit den boze. Poetin heeft de straathandel in Sotsji ‘Turks’ genoemd, en dat was bepaald geen compliment. Dat melden journalist Olaf Tempelman en fotograaf Marco van Duyvendijk in hun onlangs uitgekomen Omweg naar Istanbul – de kusten van de Zwarte Zee. Een prachtig boek dat het verlangen om deze reis nog eens te maken alleen maar aanwakkert. Voeg daarbij De Mythe van Odessa, een uitgave in de reeks Literaire Steden, waarin zeven schrijvers centraal staan die verbonden zijn met deze stad, en je wilt onmiddellijk vertrekken naar dit ‘oord van opperste melancholie’.

“Wie de zwarte zee niet ziet, leeft slechts met een half hart”, schreef de Russische schrijver Konstantin Paustovskij over het verlangen dat de kusten van deze zee opwekken er steeds weer terug te keren.
Tempelman en Duyvendijk reden er vijf achtereenvolgende zomers rond en beschrijven dit gebied als een “kruispunt van culturen en invloedssferen”. Een gebied waar zoveel samenkomt is volgens hen gedoemd een leerschool te zijn. Het kan iets van de Europese geschiedenis onthullen wat zich elders lastiger laat raden. Hun reis begint waar ze eindigt, in Istanbul, aan de oevers van de Bosporus, het zeestraatje dat ervoor zorgt dat deze zee net geen binnenzee is. De donkere kleur van het water heeft te maken met een chemische reactie, die pas in de twintigste eeuw ontdekt is en die te maken heeft met de vermenging van het zoute water van de Middellandse Zee en het zoete water van de vier grote rivieren met een D (Donau, Dnjestr, Dnjepr en Don).

Lang geleden bevoeren Grieken de Zwarte Zee en In Constantinopel bouwden ze de Aya Sofia . Tegenwoordig komen ze weer in Istanbul, niet om ´hun´ kerk terug te vorderen, maar op zoek naar werk en een beter leven, zoals ook autochtonen uit de binnenlanden en mensen uit de Centraal-Aziatische Republieken. Er wonen nu zo’n twintig miljoen mensen. In twee en een half uur vlieg je in de zomer van Schiphol naar Varna, de zomerhoofdstad van Bulgarije. Betonnen systeemflats in de buitenwijken. Casino´s in het centrum. Bulgaars-orthodoxe kerken. De aanblik van de zee maakt mensen ruimdenkender. Voor 1989 kon je hier dingen zeggen waarvoor je in Sofia werd gearresteerd. Wat Varna voor 1989 vrijer deed zijn, is hetzelfde als wat de stad na 1989 wilder maakte. In de Donaudelta in Roemenië kwamen - evenals in Bulgarije - de Turken, later de nazi´s en de Sovjets. Ooit leefde de Romeinse schrijver Ovidius hier in ballingschap. Hij stierf aan de Zwarte Zee. Het leger van Stalin dwong de bewoners het Donau Zwarte Zee Kanaal te graven dat onder Ceausescu onder barre omstandigheden werd afgemaakt. Maar schepen varen er niet. Zelfs in de totalitaire Sovjetstaat schijnt Odessa een aangenaam oord te zijn geweest. De stad schonk, aldus de schrijver Isaak Babel, de Russsiche literatuur ´warme steppen, omspoeld door de zee`. Het klimaat bracht er ook luchtige humor. In souvernirwinkeltjes kun je lege tonijnblikjes kopen die , zo staat op de wikkel, lucht van Odessa bevatten. Een ontspannen en vrije sfeer. Tsarina de Grote stichtte de stad per decreet in 1794 vanuit de gedachte er een venster op Europa van te maken, net zoals Peter de Grote met Petersburg had gedaan. Al snel werd de stad bevolkt door Joden, Grieken, Russen, Oekraïners, Armenen, Fransen, Italianen, Duitsers, Polen, Roemenen, Bulgaren, Tsjechen, Slowaken en Albanezen. De beroemdste plek: de trappen van Odessa, waar regisseur Eisenstein zijn film Pantserkruiser Potemkin situeerde. In werkelijkheid blijken ze tegen te vallen, die trappen. Niemand heeft zo mooi over Odessa geschreven als Paustovskij, een beetje een Russische Nescio. Hij heeft in Odessa een museum. Isaak Babel niet. Die kreeg in 1940 de kogel. Jan Paul Hinrichs bespreekt beide auteurs en hun band met Odessa uitvoerig in zijn boek De Mythe van Odessa.

We vervolgen onze weg langs de Zwarte zee naar Sevastopol en Jalta. In deze laatste stad schreef Tsjechov zijn verhaal De dame met het hondje en Stalin, Roosevelt en Churchill bepaalden er in februari 1945 de toekomst van Europa. Stalin wilde Rusland niet verlaten, Roosevelt wilde een mild klimaat (twee maanden na de conferentie stierf hij) en Churchill maakte het niet uit. Ook in Jalta zijn de nieuwe rijken actief met hun ´maffiakunst´, in de gedaante van witwaswolkenkrabbers. Dat de paus nog steeds persona non grata in Rusland is, heeft te maken met het feit dat de Russen in 1853 in hun opmars tegen de Turken werden gestuit door de Britten en de Fransen. Net als in 1453, toen de moslims Constantinopel innamen, voelden de oosterse christenen zich verraden door de westerse. Ook in Novorossijsk zie je de uiertorens van de Russisch-Orthodoxe Kerk. In maart 1920 plantten Bolsjewieken hun rode vlaggen in de stad. Nu zijn er op de marmeren kade van Novorossijsk opnieuw rode vlaggen te zien, niet met hamer en sikkel maar met het logo van Coca-Cola. En de Michail Koetoezov, een gepensioneerd oorlogsschip uit 1954. Toentertijd bezaten de Sovjets alle kusten van de Zwarte Zee behalve die in het zuiden. De Britten en de Amerikanen verleidden de Turken in 1952 toe te treden tot de NAVO. Ook aan de Zwarte Zee werd het Koude Oorlog.

Sotsji is Ruslands grootste badplaats aan de Zwarte Zee. Het treinstation is een witte stalinistische tempel vol rode vlaggen, van Coca-Cola. Een subtropisch oord met palmen, magnolia’s en laurierbomen. Toch zijn er nu de Olympische Winterspelen, in de bergen op een uur rijden van Sotsji, waar door uitgebuite illegale gastarbeiders gigantische sportcomplexen zijn neergezet. De kosten bedragen zo’n zevenendertig miljard euro, terwijl dorpen aan de andere kant van de bergen niet beschikken over water, elektriciteit en gas. Het is het prestige object van Poetin die zich vaak vertoont in Sotsji om er persoonlijk op toe te zien, dat er niet in het openbaar gedronken of geprostitueerd wordt. Maar Russen kunnen niet zonder drank. Daarom zouden ze nooit bezweken zijn voor de islam. In de kiosken kun je nog altijd spiritualia kopen, maar je krijgt er nu zwarte zakjes bij om de flessen in te verstoppen. Arnold van Bruggen en Rob Hornstra bezochten - in het kader van hun Sotsji-project - Sotsji en de omliggende regio veertien keer. Vooral de zeer arme republiekjes aan de andere kant van de Olympische bergen in de Noord-Kaukasus (Karatsjai-Tsjerkessie, Kabardië-Balkarië, Noord-Ossetië, Ingoesjetië, Tsjetsjenië en Dagestan). Ze werden een aantal keren gearresteerd en mogen Rusland nu niet meer in. Ze beëindigen hun project met een boek en fototentoonstelling: An Atlas of War and Tourism in de Caucasus.

Soechoemi ligt in het tegenwoordige Abchazië, alleen erkend door Rusland, Venezuela, Nicaragua en het tropische eilandje Nauru. De wind is er warm, de lucht zoet. Abchaziërs behoorden tot het volk van de Kaukasus en hadden zich in Osmaanse tijden tot de Islam bekeerd. In de negentiende eeuw werden ze door de Russen verjaagd, gerussificeerd of gelast zich te bekeren tot het christendom. Onder Lenin hadden ze kortstondig een eigen Sovjetrepubliek. Stalin, Georgiër, degradeerde Abchazië tot een deelrepubliek binnen de Georgische Sovjetrepubliek. In de oorlog van 1992/1993 werden de Georgiërs er weer uitgegooid. In de jaren zeventig was Soechoemi een aangename badplaats. Nu krabbelt de stad langzaam aan weer op door Russische toeristen. In de streek waar Batoemi in Georgië ligt werd de Griekse kolonie Colchis gesitueerd, het rijk van koning Aietis, die waakte over het Gulden Vlies en wiens dochter Medea verliefd werd op Jason. Wanneer Jason haar verlaat, neemt Medea wraak door zijn nieuwe bruid in as te veranderen en hun twee zonen te vermoorden. Zie Medea van tragedieschrijver Euripides, en Maria Callas in Passolini’s gelijknamige film uit 1969. In Batoemi vind je een restaurant dat Texel heet, vernoemd naar de Georgische krijgsgevangenen op Texel die in 1945 tegen de Duitsers in opstand kwamen (onderwerp van de vorig jaar uitgekomen roman Oorlogsparadijs van Nico Dros) . Het restaurant is geopend door de Georgische president en zijn Nederlandse vrouw. Batoemi ontstond op het kruispunt van de invloed van de tsaar en de sultan. Ook hier veel diversiteit. Grieks, Georgisch, Oekraïens, Russisch, Armeens en Turks bloed. En Nederlands dus. In de gokhallen van Batoemi geloven ze dat je meer kansen hebt als je van meerdere volken afstamt. Batoemi heeft altijd aan een handels route gelegen. Over zee en over land. Decennia Sovjetcommunisme brachten de stad in een isolement. De grens met Turkije op twintig kilmeter afstand van de stad werd hermetisch afgesloten.

Aan die grens is het tegenwoordig druk. Vandaar is het over een nieuwe snelweg duizend kilometer naar Istanbul. Door die autoweg is Trabzon tegenwoordig van de Zwarte zee gescheiden. In de loop der tijd zijn er de multi-etnische groepen gesneuveld, en is het een bastion van het nationalisme van de overblijvende groep geworden. Ook hier veel rode vlaggen, de Turkse wel te verstaan. Als je er op het strand op een handdoek met de Turkse vlag gaat liggen, word je daarover aangesproken. Trabzonspor is de enige succesvolle Turkse voetbalclub die niet uit Istanbul komt. Ook voor Turken geldt Trabzon als conservatief, heetgebakerd, traditioneel en nationalistisch. Via Samsun kom je uiteindelijk weer in Istanbul. Erdogan komt uit de buurt van Samsun, waar hij al ruim tien jaar alle verkiezingen met hoge percentages wint. Maar ook zijn familie kwam van elders, uit Batoemi in Georgië. Veel mannen uit Samsun gingen naar Duitsland, zowel soennieten als alevieten. De laatste zijn in Samsun in de minderheid en ze zullen hun saz, de oriëntaalse variant van de luit, niet zo gauw in een openbare gelegenheid ophangen. Uiteindelijk is daar weer Istanbul. Atatürk is onderweg vele malen in beeld geweest, maar zijn gezag is onder Erdogan getaand. De kust is overgegaan in de Bosporus, het enge straatje tussen Europa en Azië, waarlangs in de loop der eeuwen, tot op de dag van vandaag, vele volkeren hun weg zijn gegaan, op zoek, ten oorlog, vluchtend of handel drijvend. Atatürk verplaatste de hoofdstad van Constantinopel naar het toen nog provinciale Ankara in Anatolië, zoals de Russen verkasten van hun venster op de wereld, Petersburg, naar Moskou. Sommigen zien in Istanbul ‘multiculturalisme binnen de islam’. Praktiserende moslims wonen er naast niet-praktiserende, soennieten naast alevieten en Koerden. Tegenwoordig is er ook een stroom van mensen uit de voormalige Sovjet-republieken en Centraal-Azië. Oezbeken, Turkmenen, Kazachen, Armeniërs. Maar ook Afrikanen en Arabieren. En Grieken dus. Door velen gezien als het ‘uitschot’ van Europa.

De inwoners van de kusten aan de Zwarte Zee kwamen overal vandaan en ze waren gewend aan mensen die overal vandaan kwamen. Olaf Tempelman en Marco van Duyvendijk doen er verslag van in hun bijzondere reisboek. Je gaat ernaar verlangen eenzelfde tocht rondom de Zwarte Zee te ondernemen. Een mensenleven duurt een paar duizend dagen, maar die zee – zo laat Hinrichs in zijn boek over Odessa Paustovskij verzuchten – zal blijven ruisen. Dat helpt tegen een al te groot verlangen. De diversiteit rondom de Zwarte Zee heeft schade aangericht maar was niet te vermijden. Ze heeft ook voor kleur en schakering gezorgd. En misschien heeft de doorstroming van allerlei volkeren langs de kusten van de Zwarte Zee ook verhinderd dat er ooit een systeem of ideologie definitief voet aan vaste wal heeft kunnen zetten.

1 opmerking: