Dan vergeet je even te lachen

Met de stijging van onze levensverwachting neemt ook het aantal gerontologen en geriaters toe. Sommige ouderdomsdeskundigen zijn wel heel erg optimistisch over het aantal jaren dat we te leven hebben. De Britse gerontoloog Aubrey de Grey gaat er bijvoorbeeld van uit, dat de eerste mens die duizend jaar zal worden nu al geboren is. Als je het verval maar vóór bent en op tijd de nodige reparaties verricht, verouder je volgens hem niet zo snel. 1000 jaar. Je moet er toch niet aan denken. In OBA live hoorde ik Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde. Volgens hem, hebben we nog altijd te maken met wegwerplijven die vroeg of laat versleten zijn. Maar ook hij denkt dat een leeftijd van 135 haalbaar moet zijn. Elk jaar komen er immers twee jaar aan levensverwachting bij. In een eeuw tijd zijn we van veertig naar tachtig gegaan. Kinderen die nu geboren worden, hebben gemiddeld al honderd jaar te pakken. Het is dus niet zo gek dat er steeds meer boeken verschijnen over hoe oud te worden en hoe de extra tijd te gaan invullen.

Rudi Westendorp schreef er een boek over. Hoe word je oud zonder het te zijn? Over vitaliteit en
veroudering. Voor hem is de vraag: Hoe geef je de tweede helft van je leven invulling en kleur? Hij vergelijkt het verouderingsproces met de levensloop van een wasmachine. Die wordt bezorgd en aangesloten. De eerste jaren werkt alles fantastisch, een uitzondering daargelaten. Maar na verloop van tijd krijgt die machine kuren. Een knop draait niet meer goed, het deurtje klemt, bepaalde wasprogramma’s doen het niet meer naar behoren. Dat verschilt ook nog eens per merk. Of je een Miele bent, een Zanussi of een Indesit hangt af van je familiegeschiedenis en van je levenswijze tot dan toe. Je moet je lijf natuurlijk niet uitwonen, zoals je een wasmachine niet dag en nacht moet laten draaien. Actief blijven en een sociaal leven leiden. Ziedaar het devies van Westendorp. Houd het lijf en je sociale leven geolied. Alleen zijn we daar volgens hem sociaal en emotioneel niet op voorbereid. We weten niet hoe we met die erbij gekregen jaren om moeten gaan.

Ouderdomsgoeroes bevelen soms de raarste dingen aan. Je hebt rimpels, botoxen dus. Je lijf lubbert, naar de sportschool jij en streng diëten. Voor vrouwen siliconen kit, voor mannen een wasbordimplantaat. Ook op je tachtigste kun je nog nieuwe avonturen beleven, de hele wereld over, zelfs de rimboe in. In haar Boekenweekessay van 2008 (laat me niet alleen)waarin Renate Dorrestein, ervaringsdeskundige als het gaat om chronische ziekten, vermarkting van de ouderdom aan de kaak stelt, verzuchtte ze: “Waarom vertikken wij het om op een traditionele manier oud te worden?” Ja, waarom zijn we geobsedeerd door eeuwig jong? Siska Mulder en Manon Spierenburg hebben er een informatief en vermakelijk boekje over geschreven. In Rimpelmania onderzoeken ze die obsessie aan de hand van een mengeling van medische feiten, amusante fictie en absurde tekeningen van Gumba. Vooral om de laatste valt veel te lachen. En dat is dan weer een goed middel om ouderdom tegen te gaan. Geest en lichaam knappen op van een lachsalvo. Op die lach is in de loop der tijden heel wat gestudeerd en al die onderzoeken hebben een heuse nieuwe wetenschap opgeleverd: de gelotologie (gelos is Grieks voor lach). Lachen maakt in de hersenen endorfines, natuurlijke opiaten, aan en vermindert daarmee angstgevoelens, boosheid, stress en depressie. Maar hoe komen we dan aan een uitdrukking als je doodlachen? Je moet nooit overdrijven natuurlijk. Te veel is slecht. Een extraordinaire lachbui kan je kaak ontwrichten, een astma-aanval uitlokken, of incontinentie, ook hoofdpijn en een hernia. Wikipedia geeft zelfs een lijst van mensen die zich hebben doodgelachen.

Er zijn meer medicijnen tegen ouderdom. Andrea Maier gaat daarin een stapje verder dan haar leermeester Westendorp. Volgens haar moeten we de ouderdom zelf als ziekte gaan zien en die met geneesmiddelen bestrijden. De beschadigde cellen die niet meer delen kunnen we uitschakelen door interventie, bijvoorbeeld in de vorm van een medicijn, de ouderdomspil dus. Proeven bij muizen zijn wat dat betreft veelbelovend. Ze verwacht veel van een pil tegen de ouderdom, zoals anderen hun hoop gevestigd hebben op een pil tegen een te lang leven. De vraag is natuurlijk, wanneer je zo’n pil gaat gebruiken. Zowel in het ene als in het andere geval.

Wat volgens onderzoeken ook kan helpen, is vergeten. Vooral zaken die je keer op keer in de stressstand plaatsen, want niets is zo slecht voor je gezondheid als voortdurende stress. Bij vergeten doel ik natuurlijk niet op verschrikkelijke ziekten als alzheimer en dementie. Volgens Westendorp is de kans daarop trouwens minder geworden door een steeds betere opleiding, en ook hier zullen medicijnen uitkomst brengen. Nee, er wordt tegenwoordig geëxperimenteerd met een vorm van manipulatief vergeten. Bij muizen, altijd maar weer bij muizen, is dat al met succes gebeurd. Onderzoeksgroepen in Het Rijnstateziekenhuis in Arnhem en het Radboud in Nijmegen hebben deze techniek , waarbij het wissen en opnieuw vastleggen van herinneringen, reconsolidatie geheten, met stroompulsen wordt onderbroken, met positief resultaat toegepast. Onderzoeksleider Marijn Kroes verwacht er veel van. Een betere behandeling van trauma’s, fobieën, stress, angsten en verslavingen bijvoorbeeld. In de toekomst zal dat niet meer met stroomstoten gebeuren maar ‘gewoon’ met een vergeetmedicijn, waarmee belastende herinneringen – in de woorden van Kroes – in gunstige zin kunnen worden geüpdatet.

Hoe vul je de gewonnen tijd in? Andrea Maier besteedt – naast het zoeken naar een medicijn tegen ouderdom – veel tijd aan het ontwikkelen van heel concrete projecten die de verkregen extra tijd zinvol kunnen maken. Ze ontmoet veel patiënten van 70, 80 en ouder die niet weten wat ze met hun tijd moeten beginnen. Daarom organiseert ze samen met haar man ontmoetingsruimten voor ouderen uit hun eigen omgeving. Heel mooi werk natuurlijk. Maar toch. Eerst de leeftijd verlengen met de ouderdomspil, en dan de nieuw ontstane tijd opvullen met nieuwe zinvolle bezigheden.

Als je in aanraking komt met de uitwassen van de nieuwe ouderdomsmarkt waarop oude mensen krampachtig jong proberen te blijven, of erger, als je in een verzorgingshuis komt en je ziet de inwoners op alle mogelijke manieren kampen met hun ouderdom, dan vergaat je voor even de lust om zo oud te worden. En als je hoort, dat een familielid, een vriend, een collega of een ander uit je directe omgeving te horen heeft gekregen, dat zij/hij ongeneeslijk ziek is, dan besef je hoe broos het leven is. Op zulke momenten vergeet je even te lachen. Dat lijkt me een heel gezonde reactie.

2 opmerkingen: